woensdag 26 november 2008

Toekomst van de radio

Er is de afgelopen weken veel gediscussieerd over de toekomst van de radio. Eerst op NPOX, waar ook het Wereld Audio Festival was en een week later bij een bijeenkomst van mijn studie.
Ondanks de discussies was iedereen het toch wel eens over de toekomst van de radio. Radio blijft. Het is echter de vraag hoe de luister in de toekomst de reportages tot zich neemt.

En hoe die reportages tot stand komen. Op het NPOX mocht ik als 'echte radioman' in een gesprek met Henk Hagoort, de grote baas van de Nederlandse Publieke Omroep, de stelling verdedigen dat radio het mooiste medium is. Door presentator Joost Karhof werd ik vanwege die stelling in een hoek gedreven waar ik me eigenlijk niet gemakkelijk voelde. Hij deed alsof ik, ondanks mijn jonge leeftijd, een oude conservatieve verstokte radiomaker ben. Mijn pleidooi voor de radio is echter niet een pleidooi tegen multimediaal werken. Het is een pleidooi voor kwaliteit. Ik vind dat iedereen moet doen waar hij goed in is. De een is goed in het tikken van stukjes voor de krant, de ander kan zijn verhaal beter met beeld vertellen en ik doe dat met geluid (met 'audio', want dat schijnt het nieuwe hippe woord te zijn). Het gaat volgens mij absoluut ten koste van de inhoud, wanneer je een verslaggever op pad stuurt voor meerdere mediums tegelijk. Wie èn een verslag voor de krant èn voor de radio moet maken, kan aan beide maar de helft van zijn tijd besteden. Dat wordt dus twee keer een verslag 'afraffelen' om de deadline te halen. "Stuur mij dan ook maar niet met een camera op pad", zo sprak ik. Waarmee ik niet wil uitsluiten dat ik, met de kleine camera op mijn mobiel, niet af en toe een filmpje zal maken voor internet. Gewoon door op 'rec' te drukken bij een leuke of nieuwswaardige gebeurtenis. Een filmpje van een minuut of zo voor internet. Maar dat is iets anders dan een echt verslag of een reportage voor tv.

Nééhéé nogmaals: radio zal in de toekomst niet verdwijnen. Al was het alleen maar, omdat mensen in de auto, met de auto in de file of klussend in het schuurtje, radio zullen blijven luisteren. Toepassingen op mobiele telefoons en mp3 spelers zullen dat zelfs bevorderen, net als het internet. Steeds vaker luisteren mensen naar de radio, als zij staan te wachten op de bus, naar school fietsen of met de trein reizen. Daar waren we het dus over eens. Ik pleitte voor nog een Nederlandse nieuwszender. Een pleidooi voor meer diversiteit naast de huidige twee nieuwszenders in de Nederlandse ether. Dat hoeft, zoals mijn leermeester Kees Schaepman mijn stelling verwoord in zijn blog, niet persé een extra publieke zender te zijn. Dat kan namelijk best een commerciële nieuwszender zijn. Zolang het maar is voor een doelgroep die nu nog niet wordt bediend (en die is er volgens mij). Ik vind namelijk dat Radio1 in een onmogelijk spagaat zit. Zij hebben de opdracht de gehele Nederlandse bevolking van nieuws te voorzien. Idealiter is dat dan dus radio voor zowel een twintiger, maar ook voor zijn grootouders. Momenteel zie je daardoor te vaak dat Radio1 (gemiddelde leeftijd van de luisteraar 58,7 jaar) jong en jeugdig probeert te doen, wat ten koste gaat van de kwaliteit. Ik denk dat er ruimte is voor meer nieuwsradio tussen de uitersten BNR en Radio1. Het is overigens niet noodzakelijk dat daar een extra zender voor wordt opgetuigd, het kan ook zoals de BBC dat doet. Zij bieden radio via verschillende digitale kanalen aan, verschillende genres, voor elk wat wils.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten